Hoe toon je aan of een dier allergisch is?

Er zijn verschillende manieren om op te sporen of het dier ergens allergisch voor is of niet. Hieronder zal ik ze benoemen en beschrijven wat de methodes inhouden.

  • Opsporen waar de jeuk vandaan komt. Dus wordt er gecontroleerd op eventuele parasieten op het dier.

Als er geen sprake is van parasieten zijn er dus nog drie mogelijke allergieën: voedselallergie, atopie of contactallergie. Als er dus vastgesteld is dat een dier last heeft van één van deze allergieën kan er op verschillende manieren onderzocht worden welk soort allergie het dier heeft.

  • Bloedonderzoek
  • Serologisch onderzoek
  • Eliminatiedieet en provocatie
  • Intradermale test

 

Bloedonderzoek
Eosinofiele granulocyten zijn witte bloedcellen. De belangrijkste functie van eosinofiele granulocyten is het vernietigen van parasieten. Ook zijn ze betrokken allergische reacties. Als deze stoffen in de bloedbaan terecht komen, zullen ze een allergische reactie op gang brengen.
Tijdens een bloedonderzoek wordt er onderzocht naar het aantal eosinofiele granulocyten. Als deze verhoogd zijn, kan er sprake zijn van een allergie. Huidallergieën veroorzaken meestal geen verhoogde weergave, dus dan is er nog steeds geen duidelijkheid na een bloedonderzoek.
Er is nu ook een tweede bloedonderzoek, namelijk een serumallergietest. Deze is betrouwbaarder dan het gewone bloedonderzoek. Deze test is ook beschikbaar voor katten. Een voordeel aan deze test is dat de dieren niet meer kaalgeschoren hoeven te worden. Het afgenomen bloed wordt opgestuurd naar een specialistisch lab. Dit lab onderzoekt voor welke allergenen de hond of kat gevoelig is.

Serologisch onderzoek
Met een serologische allergietest worden allergeen-specifieke IgE’s aangetoond. Bij een atopie wordt de overgevoeligheid veroorzaakt door de vorming van antilichamen tegen het allergeen. Deze antilichamen zijn heel specifiek en worden IgE’s genoemd. Bij een serologisch onderzoek tonen ze deze allergeen-specifieke antilichamen aan. Voor veel verschillende allergenen wordt er dus bekeken of er IgE’s aanwezig zijn. Er wordt één bloedmonster afgenomen waarmee een uitgebreide allergietest gedaan kan worden. Er is ook een mogelijkheid om eerst te ‘screenen’ voordat er naar allergenen gekeken wordt. Dan wordt er eerst gekeken of er wel IgE’s aanwezig zijn in het bloed van het dier. Als dit positief is, dan wordt er op de verschillende allergenen getest.
Voor de dieren is dit een erg diervriendelijk onderzoek. De huid hoeft niet kaalgeschoren te worden en er kan met relatief weinig bloed een allergie aangetoond worden. Bovendien kunnen er erg veel allergenen worden getest in vergelijking tot andere testen. Nadeel is dat een serologisch onderzoek alleen IgE’s aantoont. De andere allergieën waar geen IgE’s bij aangemaakt worden, worden dan dus niet ontdekt met deze test. Dit geldt bijvoorbeeld voor een voedingsallergie. Dit alles maakt de test dus niet heel erg betrouwbaar.

Eliminatiedieet en provocatie
Het opsporen van het allergeen die een voedingsallergie opwekt , kan alleen door een strikt basisdieet. Dit basisdieet bevat voeding waarvan (bijna) zeker is dat het geen allergie opwekt. Je kunt hierbij denken aan gekookte rijst met gekookte kip. Dit basisdieet duurt ongeveer 6 weken. Naast dit basisdieet krijgt een dier alleen drinkwater ter beschikking. Het is van groot belang dat de eigenaar weet dat het dier uitsluitend dit basisdieet krijgt en geen andere tussendoortjes. Als het dier een koekje krijgt of iets anders dan drinkwater, moet het hele dieet opnieuw begonnen worden. Na ongeveer 6 weken moet de jeuk dan als het goed is verdwenen zijn als het ook daadwerkelijk om een voedingsallergie gaat.
Soms wordt er geprobeerd om gedurende een week wat ander eten aan het dieet toe te voegen, waarvan ze denken dat dat een allergeen kan zijn voor het dier. Als de klachten dan terugkomen, staat vast dat het dier dan overgevoelig is voor die stoffen. Dit noemen ze provocatie. Dit dieet kan gedaan worden bij een hond en een kat.

 

Intradermale test
Tegenwoordig is de beste methode van een onderzoek de intradermale test. Deze test is alleen voor de hond beschikbaar. Dit is geen goedkope test en er wordt tijdens deze test een diagnose gesteld en is er nog geen sprake van genezing. Voor deze test moet er ook een groot stuk vacht weggeschoren worden om de test goed uit te voeren. Er zit nog een risico aan. De test biedt namelijk geen 100% garantie voor een uitkomst. Het kan dus ook zo zijn dat er geen diagnose gesteld kan worden.
Bij alle testen is het geval dat het dier niet onder invloed mag zijn van medicijnen. De medicijnen onderdrukken de afweerreacties en de allergiereacties. Hierdoor krijg je verkeerde uitslagen. Pas twee weken na het toedienen van een medicijn kan de test pas gedaan worden, absoluut niet eerder.
Zoals gezegd, wordt er eerst een stuk vacht van het dier weggeschoren om zo de beste indruk te verkrijgen. Het moet wel voorzichtig gedaan worden om de kans op irritaties en beschadigingen te voorkomen. In dat gebied worden dan intradermaal (onder de huid) injecties gegeven met vloeistoffen die een allergie verwekkende stof bevatten. Er zijn verschillende sets injecties, onder andere voor pollen, mijten, schilfers, etc. Als een dier allergisch is voor een stof, wordt de huid op de plaats van de injectie na 15 tot 20 minuten wat rood en gezwollen. Altijd wordt er een positieve en een negatieve controle injectie gegeven. De negatieve controle is een injectie met fysiologische zoutoplossing. Hiermee wordt er nagegaan hoe de huid van de hond reageert op een neutrale stof. Op deze plek hoort een verdikking op te treden van ongeveer 4 mm. Dan hebben ze nog de positieve controle. Deze bevat histamine en geeft ook een rode zwelling. Hiermee wordt de reactie van een allergeen gemeten. Op de plaatsen waar allergenen ingespoten werden, zullen rode zwellingen ontstaan. Als er een allergeen is wat de rode zwelling veroorzaakt, moet deze twee keer zo groot zijn als de zwelling bij de negatieve controle. Als dit het geval is, is het dier allergisch voor die stof. Dan is de hond positief getest op die stof. De groottes van de rode zwellingen worden gemeten met een kwaddelmeter. Dat is een doorzichtig plastic plaatje met gaatjes van verschillende diameters.
Er wordt uiteraard goed genoteerd waar de verschillende injecties gespoten zijn. Dit wordt soms met een stift gedaan. Natuurlijk wel een stift die geen irritaties opwekt. Er schuilt wel een gevaar achter deze test. Er kan per ongeluk een injectie met allergeen intraveneus worden toegediend. Intraveneus wil zeggen in de ader. De hond kan dan in een shock raken. Daarom worden er voor de test altijd spullen klaargelegd om snel te reageren mocht dit gebeuren.

Maak jouw eigen website met JouwWeb